23 jul ZZP’ers mogen collectief prijsafspraken maken
De autoriteit Consument en Markt (ACM) staat zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) toe om collectief afspraken te maken over hun beloning. Zo kunnen ze een minimuminkomen veiligstellen. Dat staat in de ‘concept-Leidraad tariefafspraken ZZP’ers’. Deze Leidraad sluit aan bij de initiatieven van het kabinet om de positie van ZZP’ers aan de onderkant van de arbeidsmarkt te verbeteren.
ZZP’ers willen in sommige gevallen afspraken maken over hogere tarieven. Dat mag meestal niet, omdat prijsafspraken tussen ondernemingen al snel de concurrentie vervalsen. De afspraken leiden tot hogere prijzen voor consumenten. De Leidraad laat zien welke ruimte ZZP’ers volgens de Mededingingswet hebben om wél zulke afspraken te maken.
Voorbeelden:
- “Zij-aan-zij” werken met werknemers en daardoor geen onderneming zijn in de zin van de Mededingingswet.
- Onderling afspreken om het door het kabinet aangekondigde wettelijke minimumtarief in de periode voor de invoering daarvan al te waarborgen.
- Met hun opdrachtgevers gezamenlijk afspreken dat een hoger minimumtarief nodig is om op een bestaansminimum te komen.
Wettelijke minimumtarief
Het kabinet heeft aangekondigd dat zij in 2021 een wettelijk minimumtarief voor ZZP’ers van 16 euro per uur gaat invoeren. Hiermee wil het kabinet ZZP’ers beschermen tegen armoede en voorkomen dat zij tegen een te laag tarief ingehuurd worden. Ook voorkomt het dat opdrachtgevers alleen vanwege lagere kosten kiezen om zelfstandigen in te huren wat leidt tot sociale dumping. Omdat het kabinet dit voornemen heeft, zal de ACM in de periode voor invoering van het minimumtarief geen boetes opleggen bij afspraken tussen ZZP’ers om dit minimumtarief nu al te realiseren.