07 dec In Europa meer aanbod van plastic afval nodig om te kunnen recyclen
De VNCI, de Vereniging van Afvalbedrijven en Plastics Europe hebben de handen ineen geslagen om in kaart te brengen hoe de weg naar groen (circulair) plastic er uitziet komende jaren. KPMG onderzocht dit voor hen evenals de kansen en risico’s die er zijn. Met het KMPG-rapport willen de organisaties samen met VNO-NCW en de overheid zorgen dat er veel meer plastic gerecycled wordt komende jaren. ‘Nederland doet dit al goed, maar om echt een verschil te maken zijn meer ambitieuze stappen nodig’, aldus alle betrokken partijen.
Nederland goed geëquipeerd
Uit het rapport ‘Plastic grondstoffen voor recycling in Nederland’ van KPMG wordt duidelijk dat de Nederlandse maakindustrie goed geëquipeerd is om massaal plastic te gaan recyclen. Veel investeringen hiervoor zitten ook al in de pijplijn, zo laat het rapport zien. Dit heeft veel klimaatvoordelen. Van het niet langer verbranden van plastic afval tot het gebruik van minder fossiele grondstoffen in nieuwe producten.
Meer aanbod nodig voor een sluitende kringloop
Uit de berekeningen van KPMG wordt wel duidelijk dat er komende jaren meer aanbod van plastic (afval) nodig is vanuit heel Europa om te kunnen recyclen. Het onderzoek brengt alle (beleid)opties hiervoor in beeld, zodat een sluitende kringloop kan ontstaan en plastic maximaal wordt hergebruikt. Zo kan plastic afval nog beter worden gesorteerd in Nederland. Ook kunnen bedrijven meer doen om plastic in te zamelen en kan beter worden samengewerkt in de keten. Ook moet import makkelijker worden in Europa.
‘Voorsprong opbouwen als maakindustrie’
Focco Vijselaar, algemeen-directeur van VNO-NCW die het onderzoek in ontvangst nam: ‘De afvalverwerkers, de chemie en de plastic branche zetten met dit onderzoek een belangrijke stap op weg naar groen plastic. Door plastic massaal te recyclen en te werken met onder meer chemische recycling worden we in Europa minder afhankelijk van fossiele grondstoffen van elders uit de wereld. Én door deze innovaties nemen we zo bovendien de voorsprong en blijft onze maakindustrie op termijn concurrerend. Dat biedt de beste zekerheid voor goedbetaalde groene banen met minder impact op de wereld en de omgeving waarin mensen wonen en recreëren.
Bron: VNO-NCW