Slimme inzet van sensoren voor een gezonde werkomgeving

Blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan leiden tot gezondheidsschade. Sommige stoffen geven problemen bij chronische blootstellingen, andere stoffen zijn al schadelijk bij kortdurende blootstellingen. Met de opkomst van sensoren ontstaan nieuwe mogelijkheden om de blootstelling beter te typeren, waardoor de blootstelling gerichter kan worden beheerst.

Deze mogelijkheden heeft TNO vertaald in een toekomstvisie: de Virtual Occupational Hygiene Assistant (VOHA). Samen met partners werkt TNO aan alle onderdelen die nodig zijn om de toekomstvisie mogelijk te maken in de praktijk en zo bij te dragen aan de verlaging van de ziektelast door blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

Nieuwe manier van meten

Het meten van blootstelling met luchtpompen wordt al sinds de jaren ‘60 toegepast (Personal Air Sampling, PAS). Hierdoor werd het mogelijk oorzaken van beroepsziektes beter vast te stellen en te beheersen. De SER publiceerde echter onlangs dat risico’s op de werkplek al jaren niet dalen. Slimme inzet van sensoren kan hier verandering in brengen.

De conventionele meetmethode geeft vooral accuraat inzicht in de gemiddelde blootstelling over de meetperiode, met sensoren wordt meer inzicht verkregen in de variatie in blootstelling over de meetduur. Waardoor beter kan worden vastgesteld waar, wanneer en waarom blootstelling voorkomt. Deze informatie geeft inzichten die nodig zijn om de blootstellingen effectief te reduceren en zorgt daarmee voor effectievere preventie van beroepsziekten. Ondanks het feit dat sensoren meestal niet zo accuraat zijn als PAS-metingen, onderzoekt TNO al wel de nieuwe kansen die ze bieden om bedrijven te helpen in het regulatoire proces. Bijvoorbeeld door sensoren te kalibreren en gebruik te maken van de grote hoeveelheid blootstellingsdata die ze genereren (kwantiteit versus kwaliteit).

Foto: door Michiel Verbeek op Creative Commons