Minister Sophie Hermans

Stimulans voor CO2-opslag en groene waterstof, nog niet verlost van hoge nettarieven

De ministerraad heeft ingestemd met de maatregelen die minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) voorstelt voor een sterk, schoon en weerbaar Nederland. De recente geopolitieke ontwikkelingen en knelpunten in de energietransitie laten zien dat deze maatregelen hard nodig zijn. Bedrijven moeten daadwerkelijk kunnen verduurzamen, knelpunten in de uitvoering moeten worden weggenomen, energie moet betaalbaar blijven en de energie-afhankelijkheid moet snel afgebouwd worden.

De industrie in Nederland staat onder druk. In verschillende sectoren wordt de productie afgeschaald. Investeringen worden uitgesteld of afgesteld, waarbij in de chemie harde klappen vallen. Juist door eigen Nederlandse hoge energietarieven en nationale heffingen is een ongelijk speelveld ontstaan met de landen om ons heen. Terwijl onze industrie is belangrijk voor onze onafhankelijkheid, welvaart en werkgelegenheid.

Klimaatminister Hermans trekt daarom een half miljard euro uit voor de Nederlandse industrie. De minister neemt daarmee stappen om het ongelijke speelveld te verkleinen. Zo kunnen bedrijven net als in de buurlanden tot 2027 gebruik maken van de Indirecte Kosten Compensatie (IKC). De plastic-heffing wordt teruggedraaid. Wel moet er voor augustus een alternatieve dekking worden gevonden. De nationale CO-2-heffing wordt verlicht en een forse uitbreiding van CO2-opslag wordt mogelijk gemaakt. Productie en gebruik van groene waterstof wordt aantrekkelijker gemaakt via subsidie en normering.

Voor de verduurzaming van bedrijven handhaaft de minister de subsidie SDE++. Het kabinet maakt werk van inperking netcongestie via kortere procedures rond de uitbreiding van het stroomnet. Zorgen over de hoge energietarieven blijven omdat het kabinet afziet van de VCR, een korting die buurlanden toepassen voor bedrijven die veel elektriciteit verbruiken. Daarbij zoekt het kabinet nog wel naar manieren om de hoge nettarieven te reduceren.

Foto: door Rijksoverheid, Martijn Beekman