
12 jun Veiligheid bij onderhoudswerk vergt de juiste procedures, hulpmiddelen en training
Onderhoud in de procesindustrie brengt veiligheidsrisico’s met zich mee, zeker bij werkzaamheden op hoogte of in besloten ruimtes. Bij ongevallen wordt de brandweer vaak als eerste aanspreekpunt beschouwd, maar volgens Raymond Keijzer, Safety Support Manager bij Eurosafe, is dat een verkeerd uitgangspunt. “Bedrijven moeten zich beter voorbereiden”, zegt hij. “Niet alleen om incidenten te voorkomen, maar ook om de gevolgen te beperken vóórdat de hulpdiensten arriveren.” Om die voorbereiding te ondersteunen, biedt Eurosafe onder andere veiligheidstrainingen aan, zoals in het gloednieuwe trainings- centrum in Zwolle.
Eurosafe helpt bij het creëren van veilige werkomgevingen voor werken op hoogte, in besloten ruimten, en in of nabij water. “Daarvoor leveren we diensten, middelen en mensen”, vertelt Keijzer. “En een belangrijke tak is het trainen van werknemers die met risicovol werk hebben te maken.” Daarbij gaat het bij werken op hoogte bijvoorbeeld om installatie- en onderhouds- werk op daken, aan telecommasten of in koeltorens, terwijl besloten ruimten kunnen variëren van een kruipruimte onder een woning, en een rioolstelsel, tot reactorvaten of destillatiekolom- men in de petrochemische industrie.
Safety Circle’ met vijf fasen
De dienstverlening van Eurosafe is hierbij opgebouwd rond een ‘Safety Circle’ met vijf fasen, legt Keijzer uit. “Als eerste brengen we in een risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s op een locatie in kaart. Dat levert een risicoprofiel op waar vervolgens een plan van aanpak op wordt gebaseerd dat bijvoorbeeld een procedure, opleidings- plan of aanbesteding omvat. De derde fase is de implementatie, bijvoorbeeld de installatie van veiligheidsvoorzieningen zoals valbeveiliging of gasdetectie. In de vierde fase wordt aangegeven hoe die maatregelen daadwerkelijk worden gebruikt: moeten er mensen worden getraind, en hoe ga je met extern personeel in je productieomgeving om, als het over veiligheid gaat? De vijfde fase, tot slot, omvat een periodieke inspectie van die middelen, eigenlijk een soort APK.”
Naast een risico-inventarisatie en het leveren van middelen en mensen zoals brand- of mangatwachten of reddingsteams – vormt het trainen van werknemers en hulpdiensten een belangrijk onderdeel van de Safety Circle. Keijzer: “We organiseren kennissessies en veiligheidsdagen voor beleidsmakers, zodat ze kunnen vaststellen welk programma bij de operationele men- sen in de bedrijfsorganisatie past. Die krijgen op basis daarvan vervolgens trainingen, bijvoorbeeld rond gasmetingen in een reactorvat, of om te leren hoe je een collega die onwel is geworden veilig uit een silo kunt halen. Op zulke competenties kunnen cursisten ook worden getoetst. Daarnaast zijn er aangepaste programma’s voor reddingsteams, en voor werknemers die zich specifiek met BHV bezighouden. Afhankelijk van de sector waar ze in werken, bieden we daar ook specialistische trainingen voor aan, bijvoorbeeld rond touwtechniek, medische hulpverlening of gasmetingen.”
“Over EurosafeEurosafe werd in 1999 opgericht door Mark van Buiten. In dat jaar startte hij in het Verenigd Koninkrijk met Eurosafe Solutions, een technisch dienstverlener gespecialiseerd in permanente valbeveiliging op daken. Enkele jaren later richtte Van Buiten de Nederlandse tak van het bedrijf op, terwijl zijn partners actief bleven in het Verenigd Koninkrijk. Vanuit Nederland breidde Eurosafe verder uit naar België en Duitsland. Vandaag de dag telt het bedrijf zo’n 400 medewerkers, waarvan ongeveer 150 werkzaam zijn in de Nederlandse vestigingen in Zwolle, Zevenbergen en Dordrecht.” |
Alinea
Realistische simulaties
Voor die trainingen beschikt Eurosafe over twee eigen centra, in Zevenbergen en Zwolle. Het nieuwe trainingscentrum in Zwolle is onlangs opgeleverd en beschikt over kantoren, vijf leslokalen en de grootste en hoogste hal voor veiligheidstrainingen in Europa. “Die hal heeft een oppervlakte van 25 bij 25 meter en een hoogte van 20 meter”, vertelt Keijzer. “Hij is echter niet alleen uniek door zijn omvang, maar vooral ook door het realisme van de situaties die erin worden nagebootst. In plaats van een paar steigers en houten rekwisieten, staan in die hal een complete telecommast, verschillende kooiladders, een petrochemische reactor met verschillende vloerniveaus en twee RVS-tanks. Verder is er een rioolstelsel nagemaakt, en staat er een huis met een schuin dak vol zonnepanelen. Die objecten sluiten naadloos aan bij de belevingswereld van werknemers uit verschillende sectoren.”
Keijzer hoort regelmatig van cursisten dat in het trainingscentrum de risico’s ‘echt tastbaar’ worden. “In plaats van erover te lezen, voel je hier letterlijk hoe het is om op 15 meter hoogte langs een railing te lopen, of af te dalen in een nauw reactorvat. Daarmee komt de vraag hoe je een bewusteloze collega van 80 kilo veilig uit zo’n omgeving kunt evacueren, veel directer binnen dan via een PowerPointpresentatie.”
Veelgemaakte denkfout
De trainingen die Eurosafe onder andere in Zwolle aanbiedt, zijn onder- deel van dienstverlening die deels is gericht op preventie, maar bedrijven ook leert en ondersteunt om accu- raat in te grijpen als het onverhoopt misgaat. Volgens Keijzer kunnen bedrijven hun veiligheidsrisico’s steeds beter inschatten, maar maken ze nog steeds de denkfout dat de brandweer de eerstaangewezen dienst is om in te grijpen bij incidenten. “De meeste bedrijven erkennen het belang van BHV’ers die in een kantooromgeving met een brandblusser weten om te gaan of een collega kunnen reanimeren. Maar zodra er werkzaamheden op hoogte of in een besloten ruimte worden verricht, is bedrijfshulpverlening een stuk lastiger en wordt direct naar de brandweer gekeken. Dat is echter onjuist. Niet voor niets staat in de Arbowet dat je als werkgever altijd een veilige werk- omgeving moet organiseren.”
Keijzer noemt als voorbeeld de atmosferische risico’s bij het werken in een besloten ruimte, zoals een reactorvat. “Als de zuurstofaanvoer hapert en verstikking dreigt, heb je drie minuten om een fataal ongeval te voorkomen. Dan kun je de brandweer wel bellen, maar die is te laat om je werknemer te red- den en kan alleen nog een bergingsactie starten. Je zult als werkgever er aan de voorkant alles aan moeten doen om risico’s te beheersen, bijvoorbeeld door gasmetingen uit te voeren, te zorgen dat BHV’ers weten hoe ze hun collega in een besloten ruimte kunnen helpen, of een mangatwacht toezicht op de werkzaamheden te laten houden.”
Stilstaan bij de mogelijke impact
Bij omvangrijke projecten, zoals grootschalig onderhoud aan een energiecentrale of raffinaderij, kan ook preventief een reddingsteam van Eurosafe stand-by worden gezet, zodat bij een incident de werknemer direct uit een besloten ruimte of van een hoge werkplek wordt gehaald. Keijzer: “Dat team kan de eerste noodzakelijke medische hulp bieden en het slachtoffer vervolgens overdragen aan de reguliere BHV. Als de richtlijnen goed worden opgevolgd, heeft die dan al alarm geslagen bij de hulpdiensten, die het uiteindelijk kunnen overnemen.” Dat bij een ongeval vaak direct op externe hulpdiensten wordt vertrouwd, komt volgens Keijzer mede omdat bedrijven liever niet stilstaan bij de mogelijke impact ervan. “Het gaat gelukkig niet vaak mis, maar elk jaar vinden bij werken op hoogte of in besloten ruim- ten dodelijke ongevallen plaats. Die hebben enorme gevolgen; op de eerste plaats voor het slachtoffer en zijn familie, maar ook voor collega’s en de werkgever. In plaats van die gedachte van je af te schuiven, is het beter om er regelmatig bij stil te staan. In de eerste plaats om incidenten te voor- komen, maar ook om te zorgen dat je bij een onverhoopt ongeval over een plan, hulpmiddelen en competenties beschikt om de gevolgschade zoveel mogelijk te beperken. Dat besef zou wat beter door mogen dringen, ook in de procesindustrie.”
Waarom jij toon?De impact van een fataal arbeidsongeval is in 2017 beschreven in het boek ‘Waarom jij Toon?’. In dit boek gaan nabestaanden in op hoe twee werknemers van een chemisch bedrijf in 2014 tijdens hun werk om het leven kwamen en welke nasleep dit had. De ‘Toon’ uit de boektitel is Toon van der Loo. In 2014 daalde hij voor werkzaamheden af in een reactorvat en raakte er buiten bewustzijn. Zijn collega Tonny Vissers wilde hem uit het vat halen, maar trof hetzelfde lot. Het vat bleek gevuld met argon, een reukloos gas dat zuurstof verdringt en bij één ademteug tot bewusteloosheid en verstikking kan leiden. De mannen waren niet op de hoogte van de aanwezigheid van het gas, en zijn daarom zonder zuurstofmasker het vat ingegaan. In de nasleep van het fatale ongeval besloten de echtgenoot en zwager van Toon hun verhaal op papier te zetten. Daarin pleiten ze voor een andere aanpak bij bedrijfsongevallen dan de gebruikelijke waarbij hoofdzakelijk op boetes wordt aangestuurd. Met het moederconcern van Toons werkgever zijn afspraken gemaakt over extra investeringen in het veiliger maken van werkplekken, en jaarlijks vindt in het bedrijf voortaan een speciale veiligheid dag plaats. Daarnaast is de stichting Arbeidsongevallen www.stichtingarbeidsongevallen. nl opgericht, met als doel om hulp te bieden aan slachtoffers en nabestaanden van arbeids-, bedrijfs- en andere ongevallen op het werk. Klik hier om naar de website te gaan… |