
24 jul Hoe gaat Nederland haar hernieuwbare waterstofdoelen halen?
Subsidieregeling Trinomics als voorkeursoptie door KGG gekozen
Om de Europese doelstelling van 42% hernieuwbare waterstof (RFNBO) in 2030 te halen, verplicht Nederland bedrijven om 4% van hun waterstofgebruik te vervangen door RFNBO-waterstof. Voor de resterende 38% zet het kabinet in op vraagsubsidies. Trinomics onderzocht in opdracht van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) de mogelijke inrichting van deze subsidie.
Het systeem van HWI’s als ruggengraat
Trinomics onderzocht vijf opties om de subsidie vorm te geven. Uit de brief van minister Hermans op 14 juli jl. blijkt dat het kabinet kiest voor optie 1, de HWI-opkoopregeling. Een HWI – oftewel hernieuwbare waterstofeenheid – is een administratieve eenheid waarmee het gebruik van hernieuwbare waterstof kan worden bijgehouden. Een HWI staat gelijk aan de inzet van 1 gigajoule (GJ) waterstof, oftewel 8,3 kilogram. Wanneer een gebruiker 1 GJ RFNBO-waterstof inzet wordt een HWI gegenereerd.
De subsidie beoogt waterstofgebruikers in staat te stellen het prijsverschil tussen RFNBO-waterstof en fossiele waterstof te overbruggen. Daarnaast moet het waterstofgebruikers stimuleren om meer RFNBO-waterstof in te zetten dan verplicht, wat resulteert in een hogere vraag naar RFNBO-waterstof.
Voorstel Trinomics
In het voorstel van Trinomics koopt de overheid HWI’s van een waterstofgebruiker. De waterstofgebruiker gebruikt het ontvangen bedrag om de meerkosten van RFNBO-waterstof ten opzichte van fossiele waterstof te overbruggen. Een gebruiker kan er voor kiezen een percentage HWI’s zelf te houden. De HWI’s die een gebruiker zelf houdt kan hij inzetten om aan te tonen te voldoen aan de 4%-verplichting. Hiervoor ontvangt hij dus geen subsidie, immers hij verkoopt deze HWI’s niet aan de overheid. Extra HWI’s kunnen waterstofgebruikers verkopen aan andere bedrijven zodat zij ook aan hun verplichting voldoen zonder directe inzet van RFNBO-waterstof.
In het voorstel van Trinomics moeten producenten/importeurs van waterstof en waterstofgebruikers samenwerken in consortia en gezamenlijk deelnemen aan de tender. Elk consortium dient een bod in waarin het aangeeft hoeveel subsidie per HWI de waterstofgebruiker wil ontvangen (€/GJ), voor hoeveel jaar het steun vraagt, en welk percentage HWI’s het zelf wil houden. Op basis hiervan wordt een rangschikkingsbedrag berekend: hoe lager dit bedrag, hoe aantrekkelijker het bod. Een lager bedrag per HWI, een lager percentage HWI’s behouden en een kortere looptijd leiden tot een lager rangschikkingsbedrag. Partijen worden op deze manier gestimuleerd een zo aantrekkelijk mogelijk bod in te dienen.
Na de zomer start KGG een consultatie over de verdere uitwerking van deze subsidie. De regeling zal worden gebaseerd op een aangepaste versie van het Trinomics-voorstel.
Bron: VEMW Foto: Stockphotos.com