
10 apr “Met een goede voorbereiding wordt het voldoen aan ATEX-richtlijnen veel eenvoudiger”
Explosies kunnen enorme schade aanrichten. Daarom is het essentieel dat componenten en systemen bestemd voor plaatsen waar explosiegevaar kan heersen, voldoen aan de ATEX-richtlijnen. René van der Kloet, consultant Industrial Safety bij Vicoma Consultancy & Engineering gaat in op een aantal belangrijke aandachtspunten. Daarnaast geeft hij voorbeelden uit de praktijk die laten zien waarom het loont om alvast met ATEX rekening te houden in de concept- of ontwerpfase.
De ATEX-richtlijn, wat staat voor ATmosphères EXplosibles bevat uniforme regels voor de hele Europese Unie (EU). Doel ervan is om te waarborgen dat op plekken waar explosiegevaar kan heersen, apparaten en systemen aan bepaalde eisen voldoen. Er zijn daarbij twee ATEX-richtlijnen die de minimale veiligheidseisen beschrijven: de ATEX 114 (2014/34/EU) en de ATEX 153 (1999/92/EG). De ATEX 114 richt zich op apparaten en systemen, bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, de ATEX 153 gaat in op de minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen.

Gebouw ventilatie stromen
Hou je technisch dossier up-to-date
“Het voldoen aan de ATEX-richtlijnen kan in de praktijk vaak nog beter. Gelukkig komen we bij onze klanten weinig urgente en acute situaties tegen. Het grootste verbeterpunt is wellicht het op orde brengen van de benodigde documentatie”, begint René van der Kloet, consultant Industrial Safety bij Vicoma. Het consultancy en engineeringsbureau begeleidt bedrijven in de praktische toepassing van de ATEX 114 en ATEX 153 richtlijn, van adviesstudies tot totale ATEX zonering van bestaande en nieuwe fabrieken in binnen- en buitenland, het ondersteunt bij het opbouwen van technische verificatiedossiers, het uitvoeren van ontstekingsbronanalyses of het opstellen van explosieveiligheidsdocumenten (EVD’s).
“Sommige bedrijven zijn verrast wat je allemaal moet doen om aan de ATEX-richtlijnen te voldoen. Men weet vaak dat men een Risico-inventarisatie en Evaluatie (RI&E) moet uitvoeren die men ook periodiek – of bij wijzigingen – moet updaten. Bij een EVD is het net zo. Wanneer je als bedrijf te maken hebt met explosieve stoffen, is naast een RI&E een EVD noodzakelijk. Daarin geef je aan hoe je de restrisico’s gaat reduceren. Ook bij dit document is herziening nodig. Dat wordt wel eens over het hoofd gezien.”
Kies een overzichtelijke documentatiestructuur

Veld inspectie van een procesinstallatie
“In de praktijk raken documenten ook regelmatig zoek”, stelt Van der Kloet. “Vaak heeft dit te maken met de werkwijze. Veel bedrijven hebben een documentmanagementsysteem maar een mappenstructuur ontbreekt. Ze uploaden een document dat vervolgens in het systeem wordt opgeslagen. Met een zoekfunctie kun je documenten weer opzoeken, maar in de praktijk lukt het opvragen van de juiste documenten niet altijd. Bij het opvragen van documentatie ontvangen we dan gedateerde certificaten of versies waarin wordt gerefereerd naar een recenter rapport, dat dan ontbreekt. Wat je als bedrijf kunt doen om in zo’n geval orde op zaken te stellen, is zoveel mogelijk relevante documentatie verzamelen. Daarna kun je beoordelen of vanuit deze basis het technisch dossier kan worden opgesteld met de huidige beschikbare documenten. Als blijkt dat het niet toereikend is en het te veel tijd kost om alles bij elkaar te zoeken, is het wellicht beter om opnieuw te beginnen met een schone lei. Belangrijk is om de documentatie gestructureerd aan te pakken, bij voorkeur in een mappenstructuur zodat je het eenvoudig kunt updaten en het technisch dossier altijd voldoet aan de richtlijnen.”
Bedrijven stellen onderhoud uit
Van der Kloet benoemt nog een trend. “We hebben gemerkt dat de industrie investeringen en onderhoud uitstelt door de recente hoge energiekosten en het onzekere politieke investeringsklimaat. Ze bekijken de situatie even aan en proberen onnodige uitgaven te voorkomen. Ondertussen zijn er geen nieuwe onderhouds- en inspectieplannen gemaakt. Ook hier is het belangrijk dat men erop let dat men blijft voldoen aan de ATEX-richtlijnen.”

Foto: door Stockphotos.com
Voorstudie bespaart kosten
Een ander aspect dat belangrijk is bij ATEX is om in een zo vroeg mogelijk stadium alvast te kijken naar de ATEX impact op het ontwerp. Een ATEX-voorstudie tijdens de conceptfase kan leiden tot een aanzienlijke kostenbesparing. Van der Kloet geeft een voorbeeld. “In een biogasinstallatie werden de installaties geplot op het fabrieksterrein. Daarbij werd er een marge aangehouden van tien meter, rekening houdend met de ATEX-richtlijnen, op basis van ervaring van de vorige soortgelijke fabriek. Pas in de latere detail engineering kwam naar voren dat tijdens het afblazen een gaswolk met een straal van twintig meter zou ontstaan. Hierdoor kwamen een niet-ATEX-installatie en een kantoorunit tien meter in de ATEX-zone te liggen. Met deze situatie klopte men bij ons aan voor advies. Het ATEX-compliant maken van de kantoorunit en de niet-ATEX-installatie bleek niet mogelijk. Uiteindelijk bleek het verplaatsen van de ATEX installatie de beste en veiligste optie. Het gevolg hiervan was dat veel ontwerpberekeningen en veiligheidsstudies opnieuw moesten worden gedaan. Deze extra kostenpost en vertraging van het project hadden voorkomen kunnen worden met een ATEX-voorstudie.
Deze voorstudie biedt inzicht in de ATEX- bronnen, waar ze vandaan komen, hoe groot de ATEX-zones zullen worden en wat mogelijke oplossingen zijn om deze zones te verkleinen. Een relatieve kleine investering in het voortraject zorgt voor veel kostenbesparing en tijdsvertraging in een later stadium van het project.”
Ventilatie
Van der Kloet geeft nog een voorbeeld. “Bij een klant bevond zich in een afgesloten ruimte een reactorvat waar dagelijks een vat met ontvlambare vloeistof op wordt aangesloten. Dit is een zogenaamde primaire bron, die normaliter een zone 1 geeft. De ruimte was voorzien van ventilatieroosters, maar ze waren te klein waardoor de ventilatie beperkt was (ventilatievoud VV<1). Volgens de richtlijnen is daardoor een zwaardere classificatie van de zone nodig waardoor de hele ruimte als zone 0 wordt aangemerkt. Dit zorgde voor een onwerkbare situatie. Door grotere ventilatieroosters toe te passen en zo de ventilatie te verbeteren (VV>5), kon de ruimte worden geclassificeerd als plaatselijke zone 1. Een relatieve kleine ingreep, maar met een groot effect op de uiteindelijke ATEX zonering.”
Simulatiesoftware
De juiste ventilatie toepassen is een belangrijk thema in ATEX-omgevingen. “Vicoma beschikt over simulatiesoftware, deze is dan een zeer geschikt hulpmiddel. Als de emissiesnelheid van de ATEX-vrijgavebron hoger is dan 10 g/s, is simulatiesoftware nodig om de grootte van de ATEX-wolk te bepalen. Vooral druk beveiligde vrijgavepunten, schoorstenen of wassers kunnen hoge emissiesnelheden hebben (>10 g/s).” Een andere reden om simulatiesoftware te gebruiken is om de optimale locatie van de ventilatiepunten in een gebouw te bepalen. “Denk bijvoorbeeld aan grote systemen of installaties die de ventilatieluchtstroom kunnen blokkeren. Door de software is precies te zien hoe de ventilatiestromen zich door een gebouw heen bewegen. De software die wij gebruiken is CFD (Computational Fluid Dynamics). We brengen hiermee de luchtstromen in kaart zodat de juiste maatregelen kunnen worden genomen die de veiligheid waarborgen.”
Tekst: Evi Husson
Foto’s: Vicoma